Teanum “Favùgnë” Puglia Sangiovese

Te veel keus

Sangiovese, is die niet al eerder voorbij gekomen? Dat zou best kunnen, want het is misschien onze favoriete druif. En we hebben geluk, want het is ook de meest aangeplante druif in Italië. Je zou zomaar denken dat die Italianen goeie smaak hebben. Wij kennen in ieder geval héél veel fantastische flessen Sangiovese die we allemaal niet verkopen in de winkel, want dan zou er geen plek meer zijn voor andere wijnen. Onze klanten moeten het doen met de highlights en meestal komen die uit Toscane.

Origine van de Sangiovese

In de Chianti streek rondom Firenze en Siena wordt al sinds mensenheugenis – nou ja in ieder geval sinds de 13e eeuw – wijn gemaakt. Je kent de prachtige mandflessen uit de jaren ’70 wel, die nu nog bij menig Italiaans restaurant aan het plafond hangen te verstoffen. Prachtig. Zo’n fles heet niet voor niets een fiasco. Chianti kan alles zijn tussen frisse landwijn en chique kasteelwijn. Van nature rijpt Sangiovese pas vrij laat. Het resultaat: de druif heeft een hoge zuurgraad en veel tannine. Perfect voor het maken van bewaarwijn. Top bewaarwijn-appellaties uit Toscane zijn Brunello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano. Het aantrekkelijkst aan Sangiovese vind ik de pure bosbessensmaak. Die kun je vinden in geconcentreerde bewaarwijnen, maar soms ook in simpelere wijnen.

Twee provincies waar ze ook veel Sangiovese verbouwen zijn Emilia- Romagna en Puglia. Sangiovese uit Emilia-Romagna is een aanrader voor mensen die houden van veel fris fruitzuur in hun rode wijn en de smaak van morellen. Deze wijnen smaken goed bij gerechten op basis van tomaat. In Puglia geeft Sangiovese het tegenovergestelde: juist een zwoeler, zacht mondgevoel, maar alsnog (zie ommezijde) bosbes! Van zuurpruim, naar pruimenjam, zeg maar.

Sangiovese buiten Toscane

Puglia ligt in het uiterste zuidoosten van Italië, in de spreekwoordelijke hak van de laars. Wijn uit deze regio wordt internationaal steeds populairder. Vooral de Primitivo en Negroamaro doen het goed. Dit zijn beiden druiven die van zichzelf al weinig fruitzuur hebben, een vol zacht mondgevoel en veel jam-achtig fruit. Deze Sangiovese heeft ook wat van dit zuidelijke temperament meegepikt: dus zónder het typische fruitzuur. Een deel van de karakteristieke kruidigheid is in de neus wel bewaard gebleven. Een soort kruising tussen lekker zwoel, juicy, lekker makkelijk en een tikkeltje pretentieus. Wat ons betreft mogen ze hier nog meer Sangiovese aanplanten. Het is zeker geen goedkope kopie van Toscaanse wijn, maar een wijnstijl op zich.