Sangiovese / Brunello / Prugnolo Gentile

Sangiovese is de ruggengraat van Italië in druifvorm: grillig, charmant, veeleisend en onvervangbaar. Hij is de ster van Toscane, maar speelt z’n rol telkens anders – als Chianti slanker en frisser, als Brunello krachtig en diep, als Prugnolo Gentile (in Vino Nobile di Montepulciano) elegant en genuanceerd. Altijd herkenbaar, nooit voorspelbaar.

In geur en smaak is Sangiovese een meester van contrast: rode kersen, zure bessen, rozen, thee, leer, aardsheid en kruiden. Hij combineert hoge zuren met korrelige tannines, een lichte kleur met enorme diepte. Hij is als een film van een groot regisseur: er zit altijd iets gelaagds onder het oppervlak, iets dat pas spreekt als je even blijft kijken – of drinken.

Brunello di Montalcino laat Sangiovese op z’n meest majestueuze zien: krachtig, complex, met jarenlange rijping en een bijna monumentale structuur. Prugnolo Gentile is de zachtere, gepolijste broer – iets floraler, iets toegankelijker, maar nog steeds met die typische Toscaanse ruggengraat. En in Chianti (Classico) laat hij zien hoe frisheid, zuren en kruiden samen een wijn kunnen vormen die tegelijk dorstlessend en serieus is.

Sangiovese houdt van eten – álles met tomaat, paddenstoelen, geroosterd vlees, oude kazen. Hij is geen wijn om gedachteloos weg te schenken. Hij vraagt aandacht, tijd, en liefst een beetje context.

Dit is geen druif die je meteen omarmt. Maar als je ‘m eenmaal begrijpt, wil je ‘m overal in je kelder. Sangiovese is Italië. In al z’n glorie, koppigheid en charme.