Pinot Gris / Pinot Grigio / Grauburgunder

Pinot Gris, Pinot Grigio, Grauburgunder – drie namen, één druif, maar compleet verschillende persoonlijkheden, afhankelijk van waar je haar tegenkomt. Ze is als een kameleon met een garderobe vol stijlen: van fris en strak tot rijk en romig, en soms zelfs een tikje mysterieus met een koperkleurig jasje. Ze is licht, ze is zwoel, ze is alles ertussenin – Pinot Gris leeft voor de interpretatie.

Pinot Grigio is de no-nonsense versie uit Noord-Italië: knapperig, citrusachtig, met groene appel, peer, citroenschil en net genoeg bitter om je glas interessant te houden. Ze is de dorstlesser van het terras, de wijn die je schenkt zonder dat iemand hoeft te vragen wat het is. Licht, droog, verfrissend – geen poespas, gewoon goed gezelschap.

Pinot Gris, zoals ze in de Elzas heet, is haar vollere, zwoelere alter ego. Hier laat ze rijp fruit zien – perzik, meloen, honing, soms wat rokerigheid – met een ronde body, iets meer restsuiker en een bijna weelderige stijl. Ze is minder streng, meer verleidelijk. Perfect bij rijke gerechten, kruidige Oosterse keuken of een herfstig bord paddenstoelen.

Grauburgunder is haar Duitse variant – vaak ergens tussen die twee in. Fris en strak als het moet, maar met meer diepgang dan de doorsnee Pinot Grigio. Denk geel fruit, amandel, soms een vleugje romigheid, en altijd met een precieze zurenlijn die haar netjes in het gareel houdt. Grauburgunder is de stille kracht aan tafel – nooit opdringerig, maar altijd op z’n plek.