Meiser “Alzeyer Kalkstein” Riesling Trocken

Riesling, koning van het koele klimaat, is een druif die vrij subtiel is en die je zo lang mogelijk de tijd wil geven om rijp te worden. Dat laatste geldt eigenlijk voor alle druiven. Als je ze meer tijd geeft om rijp te worden hebben ze ook meer tijd om interessante aroma’s te ontwikkelen. In een warm klimaat wordt Riesling snel rijp, maar ook saai en futloos. In een koel klimaat ontwikkelt hij én sprankelende aroma’s én een verfrissend fruitzuur. Het liefst dus niet te veel warmte, maar wel veel zon. Zuur is trouwens fantastisch. Het betekent dat je er zowel een beendroge wijn als een mierzoete dessertwijn van kunt maken, die allebei goed in balans zijn. Ook zorgt het fruitzuur voor een wijn die je lang kunt bewaren.

© Weingut Meiser (2022) Zonsondergang over de heuvels van Gau-Köngernheim.

Riesling geeft bij uitstek wijn die het terroir toont. Het wordt niet beter van te veel afleidende opsmuk, dus je vindt er vrijwel nooit één die merkbaar eikenlagering heeft gehad. De druif is zo fijngevoelig voor de precieze omstandigheden binnen de wijngaard, dat je daar leuk mee kunt experimenteren als je die luxe hebt. Frank en zijn dochter Charlotte Meiser hebben die luxe. Het wijnhuis is al sinds 1696 van de familie. De Meisers hebben over de eeuwen de kans gehad om overal de mooiste stukjes grond op te kopen. Net dat ene hellinkje met de meeste zonuren, net dat ene stukje wat steiler is dan dat van de buren. Perfekt.

De wijngaarden zijn niet heel groot, maar wel flink verspreid en divers. Als je bij hen op bezoek komt, moet je echt in de jeep mee om alles een beetje binnen een redelijke tijd te kunnen zien. Zo hebben ze een lapje grond van rood vulkaansteen, van zanderige löss, van het wat hardere zandsteen en, waar deze Riesling vandaan komt, een lapje spierwit kalksteen. Van die laatste drie bodemsoorten maken ze drie vergelijkbare Rieslings met de bodemsoort groot vermeld op het label. De vinificatie is voor alledrie hetzelfde. Het enige verschil is de bodem. Die bodem heeft veel invloed, bijvoorbeeld alleen al door de kleur. Een witte bodem weerkaatst meer licht en is koeler dan een rode bodem, waardoor de druiven ook iets later geoogst moeten worden. De ene bodem kan ook een betere drainage hebben dan een andere, en daardoor is de samenstelling van micro- organismen zoals gisten ook overal ietsje anders. En dat laatste kan enorm veel invloed hebben op de smaak. Deze “Riesling Kalkstein” is vrijwel alle jaargangen de meest rijp smakende van de drie en dat komt waarschijnlijk doordat deze van de drie het laatst geoogst moet worden door die spierwitte grond, precies wat Riesling nodig heeft.